Duwtje in rug van kievit en patrijs is win-win voor landbouw, natuur en jacht

Patrick Demarest

30/04/2021
Natuur

Duwtje in rug van kievit en patrijs is win-win voor landbouw, natuur en jacht.

Met enkele experimenten wil de provincie West-Vlaanderen vogelsoorten zoals kievit en patrijs in Midden-West-Vlaanderen een duwtje in de rug geven. De maatregelen moeten een win-win opleveren voor zowel landbouw, natuur als jacht.

Op donderdag 22 april 2021 keurde de provincieraad van West-Vlaanderen een reglement voor de uitvoering van vier experimentele maatregelen en de bijhorende beheerovereenkomsten die deel uitmaken van een geïntegreerd faunaplan voor de regio van Midden-West-Vlaanderen goed.

Verschillende organisaties werken samen

Het plan is een samenwerkingsproject, dat door Leader erkend werd, en waarbij verschillende organisaties uit sectoren zoals landbouw, jacht, natuur en overheid de handen in elkaar slaan om diersoorten die ecosysteemdiensten zoals plaagbestrijding en bestuiving, leveren, te bevorderen en soorten die schade veroorzaken, af te remmen.

De organisaties die hiervoor samenwerken zijn Boerenbond, Boerennatuur Vlaanderen, INBO, Inagro, Natuurpunt Mandelstreke, Natuurpunt de Torenvalk, Provincie West-Vlaanderen, Stadlandschap West-Vlaamse hart, VLM, WBE ’t Veld en WBE Baekeland.

Het landbouwlandschap in Midden-West-Vlaanderen kenmerkt zich door kleinere percelen en een sterke versnippering. Er zijn heel wat resthoekjes en moeilijk te bewerken percelen die voor de landbouwer weinig winst opleveren. Met dit nieuwe reglement kunnen de landbouwers die werkzaam zijn in de demogebieden voortaan aanspraak maken op ondersteuning voor het uitvoeren van experimentele maatregelen die een win-win nastreven voor zowel de landbouw, de natuur als de jacht.

Vier maatregelen in twee gebieden

Het reglement wil vier maatregelen realiseren die bijdragen tot een verhoogde insectendiversiteit, beter bodemleven en meer habitat voor tal van soorten die afhankelijk zijn van het platteland.

Ze zijn gekoppeld aan het versterken van enkele symboolsoorten zoals de kievit en de patrijs. Voor de realisatie van de maatregelen is een samenwerking met landbouwers noodzakelijk.

Het gaat om onder andere de aanleg van een driebandrand of -blok met een meerjarig gras-kruidenmengsel en beheer door landbouwer. Een driebandrand of -blok bestaat uit drie banden: één is een braakstrook, de andere twee banden worden ingezaaid met een meerjarig graskruidenmengsel en worden afwisselend gemaaid. Op die manier is er structuurvariatie met lage en hoge vegetatie, die ideaal is voor akkervogels zoals de patrijs. De kale bodem en de bloemen kunnen ook dienen voor nuttige insecten zoals bijen en roofkevers.

Extra voedsel voor overwinternde akkervogels

Daarnaast is er ook de aanleg van een patrijzenblok met een meerjarig graankruidenmengsel, met beheer door de landbouwer. Een patrijzenblok bestaat uit drie delen: een braakstrook en twee stukken die ingezaaid zijn met een meerjarig graankruidenmengsel maar die elk één jaar en twee jaar blijven staan. Zo ontstaat er structuurvariatie en is er een gedeelte dat vooral dekking en een broedplaats biedt en een gedeelte dat regelmatig opnieuw in bloei en in zaad komt en als voedsel dient. De granen in het mengsel zorgen ervoor dat er extra voedsel is in de winter voor overwinterende akkervogels zoals patrijs en putter. De bloemen trekken nuttige insecten waarvan de larven als voedsel dienen voor de kuikens van akkervogels en helpen bij plaagbestrijding van schadelijke insecten.

Een andere maatregel is de aanleg van een eenjarige graskruidenrand, beheerd door de landbouwer. Een eenjarige akkerrand bestaat uit een strook van een graskruidenmengsel dat zal uitgroeien in ijle vegetatie. Dit maakt het goed doorwandelbaar voor vogels en hun kuikens. Het kan ook als broedplaats fungeren voor veldleeuwerik en gele kwikstaart. Het biedt daarnaast dekking in een pas geoogst landschap. De bloeiende kruiden zijn een interessante nectarbron voor heel wat plaagbestrijders en bestuivers. Het feit dat de rand maar één jaar hoeft aangehouden te worden, maakt het ook interessant voor landbouwers die aan teeltrotatie moeten doen en waarbij het behouden van een meerjarige rand op dezelfde locatie niet mogelijk is.

Aanleg van een kuikenvluchtstrook

Nog een andere demomaatregel is het uitgesteld bewerken van akkerland en de aanleg van een kuikenvluchtstrook. Het uitgesteld bewerken van akkerland geeft kievit en scholekster de kans om hun nest uit te broeden. Vaak zit kievit of scholekster net op eieren wanneer het land wordt ingezaaid en verder bewerkt. Gezien deze eieren zeer moeilijk te zien zijn, worden ze ingeploegd. Als we de bewerking kunnen uitstellen, hebben de kuikens kans om uit te komen en zich uit de voeten te maken. De combinatie met een kuikenvluchtstrook verhoogt kuikenoverleving omdat ze hierin kunnen wegvluchten van machines en roofdieren en ook voedsel kunnen vinden. Het uitstellen van bewerking heeft de bodem ook rust en kan bijdragen tot een verbeterd bodemleven.

De demomaatregelen zullen worden uitgetest in twee demogebieden die zich in een intensieve groenteregio situeren, namelijk Staden en een aaneengesloten gebied in Wingene, Ardooie, Meulebeke en Pittem.

Financieel

Voor de uitvoering van dit reglement wordt er binnen het Leaderproject ‘Geïntegreerd faunaplan’ 20.000 euro voorzien, verspreid over 2021, 2022 en 2013. 65%, zo’n 13.000 euro, van deze middelen wordt gefinancierd via Leader Midden-West-Vlaanderen, een project dat ondersteuning geniet van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. De Provincie staat in voor 7.000 euro.