(Foto Veronique Coene)
Roger Decock wordt vereenzelvigd met Aarsele maar is geboren in Izegem en woonde in Menen, Izegem, Tielt waar hij van 1961 tot 1987 café De Wildeman uitbaatte om vervolgens naar zijn huidige woonplaats in Aarsele te trekken. Hij was profwielrenner van 1949 tot in 1961 toen nam hij café De Wildeman over in Tielt. We lezen in zijn boek ‘Roger Decock. Sluw en slim’: "Veel tijd en goesting om te koersen en te trainen was er dus niet meer. Roger besliste dan heel snel om het seizoen niet uit te doen. Ter gelegenheid van de Heilig Hartprijs op 9 juni 1961 in Aartrijke zette Roger Decock voor eens en voor altijd een punt achter zijn actieve wielercarrière. Hij hing zijn Flandria-fiets aan de haak en die is er blijven hangen. Het toeval wilde dat Leon Vandaele die dag de koers won."
In Koolskamp met v.l.n.r.: Noël Vanclooster, Willy Vanneste, Roger Decock en Gilbert Desmet. (Foto FK)
Volg je de koers nog?
Roger: “Op tv! Hier voor de deur passeert Gent-Staden en Gent-Wevelgem. Zelf ga ik bijna niet meer naar wedstrijden kijken. De Keizer der Nieuwelingen waarvan ik erevoorzitter ben, staat wel altijd op mijn agenda.”
Wat is nu het belangrijkste voor je?
Roger: “Hier en daar gevraagd worden zodat ik herinneringen kan bovenhalen. Zo deed ik de prijsuitreiking van Westsprint en van de Flandrien. Mijn familie is uiteraard het belangrijkst. Ik heb twee dochters Liliane en Chantal en een zoon Ronald, zes kleinkinderen en acht achterkleinkinderen. Chantal en Ronald wonen in Tielt, Liliane in Beernem. Het is leuk dat ze in de regio wonen want mijn vrouw, Ginette Delporte, overleed in 2007. Ik krijg altijd wel iemand over de vloer. Voor de rest trek ik mijn plan. Om de veertien dagen komt een poetsvrouw en eten laat ik aan huis brengen.”
Zijn er zaken die je echt nog had willen doen?
Roger: “Ik ben geen kampioen van België geworden maar ik won wel Parijs-Nice en de Ronde van Vlaanderen en zag de wereld: Marokko, Frankrijk, Italië, Zweden, Nederland…Er waren fantastische ervaringen bij. Ik herinner me Parijs-Menton-Rome, een wedstrijd over twaalf ritten. Zondagmorgen mochten we op audiëntie bij Johannes Paulus de 23ste! En dan was er de befaamde rit in de Tour de France 1951 van Dax naar Tarbes waarbij Wim van Est zeventig meter diep in de afgrond viel. Op dat ogenblik stond ik op de vijfde of zesde plaats maar ik ben gestopt om de volgwagens te verwittigen. Ik verloor 25 minuten maar had er een vriendschap voor het leven voor in de plaats. Ik werd uiteindelijk zeventiende in die Tour. Op de plaats van het gebeuren is een plaat aangebracht. In 2001, vijftig jaar na datum, ben ik die samen met de familie Van Est gaan bezoeken. Het was net rustdag in de Tour. Iedereen was daar! In 2013 was ik opnieuw op de Aubisque met Karl Vannieuwkerke en Bart Van Loo voor het programma God In Frankrijk.”
“Weet je wat ik mij wel afvraag? Hoe goed zou ik geworden zijn als voetballer. Van mijn tiende tot mijn zestiende speelde ik bij Sporting Menen en dat viel best mee!”
Verdiende je veel geld met die zeges in Parijs-Nice en de Ronde van Vlaanderen?
Roger: “Een Vlaming laat zich niet graag in de portemonnee kijken. Dankzij de koers heb ik mijn kapitaal verzameld. Ik moest er wel veel voor doen, hé. In 1951-’52 reed ik 49 koersen in 51 dagen: 24 ritten in de Tour de France en 25 criteriums na Parijs!”
Je onthoudt nog bijzonder goed data…Hoe hou je jouw geest zo fris?
Roger: “Daar heb ik geen speciale oefeningen voor.”
Heb je die wel voor andere zaken?
Roger: “Zeker! Ik heb een eigen fitness! Per dag doe ik dertig minuten gymnastiek. Elke dag pedaleer ik in mijn bed achthonderd keer in de lucht. Handen onder mijn achterste, benen in de lucht en weg zijn we…Met mijn tenen onder de chauffagebuis en met een plastieken rol in de handen doe ik vijftien sit ups. En dan is er nog mijn eigen ontworpen krachttoestel met voethaken en een veer. Die veer trek ik tien keer tot mijn middel, tien keer tot op schouderhoogte. Dat houdt me fit! Elke maand laat ik ook mijn bloed onderzoeken.”
“Weet je dat ik nog 86 kilo heb gewogen? Nu staat 66-67 op de teller. Vijftig jaar geleden, de periode van De Wildeman, besloot ik na een sportavond in Oostrozebeke geen bier meer te drinken. Ik rookte in die tijd ook twee pakjes geparfumeerde sigaretten per dag en ben op hetzelfde moment gestopt.”
En dan was het tijd voor het dagelijks ritueel: Sint-Raphaël als aperitief met olijven in een pittig sausje.