Op 14 september 2023 blies de normaalschool van Torhout 185 kaarsjes uit. Dat werd uitgebreid gevierd met tal van activiteiten op de campus. In de voortuin van de campus werd een zomerbar genaamd ‘One85’ ingericht. Tussen 15 en 20 uur kon je er genieten van een drankje, hapje, muziek en een live optreden van ‘De Toâpe Geraapte’, een Torhoutse band met o.a. oud-student Rien Deleu als frontman.
(Foto's VIVES)
Een stukje geschiedenis
De Torhoutse normaalschool, die oorspronkelijk alleen voor jongens bestemd was, zag in 1838 het levenslicht. Het is hiermee een van de oudste lerarenopleidingen in Vlaanderen.
WO I
Na Wereldoorlog I werd de theoretische opleiding op het niveau van de hogere cyclus van het middelbaar onderwijs gebracht, waardoor er minder tijd en aandacht was voor de praktijkopleiding. Tijdens WO I was de school bezet door de Duitsers en nam de normaalschool zijn intrek in onder meer de school van de Broeders Xaverianen in Brugge. Door het probleem voor logies voor de studenten, kon men beroep doen op bereidwillige families in de stad, tegen een vergoeding van 2 Belgische frank per dag. In de jaren 1930 kende de Normaalschool een sterke stijging van het aantal studenten, tot 525 studenten in 1939.
WO II
Tijdens WO II vonden de lessen - na een korte ‘fietstocht-vlucht’ naar Toulouse - in de normaalschool plaats. Enkele studenten trokken naar het Oostfront, enkele oud-studenten werden na de oorlog van collaboratie met Duitsland beschuldigd. Dit wekte bij sommigen de indruk dat de normaalschool het Duitse regime genegen was geweest. De Vlaamsgezinde directeur Jozef Ghesquiere (1940-1950) had echter tijdig afstand genomen van de anti-belgicistische opstelling van een aantal Vlaamsgezinde (oud)studenten. Ghesquiere slaagde er na de oorlog in om het verwijt van landverraad te weerleggen. Hij nam het tegelijk op voor een aantal slachtoffers van de repressie – samen met ex-directeur Alberic Decoene.
19e eeuw
Tot de hervorming van 1957 is men een 19de-eeuws opleidingspatroon blijven volgen.
Dat betekent dat tot en met de promotie 1961 heel wat jongens en meisjes na een vierdegraadsklas via een voorbereidend jaar en daarna nog vier jaar normaalonderwijs het onderwijzersdiploma behaalden. In de laatste promotie van het oude regime in 1961 werden slechts 36 studenten gediplomeerd, een dieptepunt. Van die lichting hadden er nog 21 het voorbereidend jaar meegemaakt. De meesten waren 19 jaar bij de diplomering, een paar pas 18. Een van die gediplomeerden, Gaby Feys, werd later algemeen directeur van de Torhoutse scholengroep Sint-Rembert. Het waren vaak de beste of betere leerlingen van de lagere school die tijdens het oude regime voor onderwijzer(es) studeerden. Het niveau van de algemene vakken stond sinds de hervorming van 1929 overigens op het niveau van de hogere cyclus middelbaar onderwijs. Naast hun onderwijsfunctie hadden veel oud-studenten ook een belangrijke culturele functie in de gemeenten en steden. Een aantal maakten zich erg verdienstelijk binnen de sector van de cultuur, literatuur (Jozef Deleu, Frans R. Boschvogel, Johan Ballegeer...) en muziek (Remi Ghesquiere, Herman Roelstraete, André Waignin, Antoon Defoort ...); sommigen als professor pedagogiek in Leuven: Noël Huyghelier, Roland Vandenberghe en Erik De Corte. In de jaren 1990 waren twee oud-studenten respectievelijk directeur-generaal van het basisonderwijs (Chris De Graeve) en inspecteur-generaal (Roger Staelens). Een aantal oud-studenten bouwden een loopbaan uit binnen de politiek. August Sap (promotie 1904) werd een bekend en geducht minister, universiteitsprofessor en mede-oprichter en later ook eigenaar van de (Vlaamsgezinde) krant ‘De Standaard’. Leo Vanacker, oud-leerling, werd gouverneur van West-Vlaanderen. Oud-docent Roger Windels werd senator, burgemeester van de stad Torhout en bouwde vanaf 1960 het middenstandsonderwijs uit met vormingsinstituten voor de opleiding van zelfstandigen en ondernemers. Remi Baert werd ambassadeur in Athene ...
Hervorming van 1957
Met de hervorming van 1957 van minister Léo Collard krijgen we de eerste grote koerswijziging in de opleiding. De kandidaat-onderwijzers begonnen hun opleiding voortaan pas na de lagere cyclus van het middelbaar onderwijs en volgden dan een combinatie van de hogere cyclus middelbaar en de lerarenopleiding. Ze behaalden in vier jaar het diploma middelbaar onderwijs én het onderwijzersdiploma. Het nieuwe regime startte in september 1958. Het aantal studenten nam weer fors toe - tot 350, vooral als gevolg van het grote aantal (babyboom)leerlingen die dankzij de democratisering van het onderwijs de lagere cyclus middelbaar volgden. Directeur Noterdaeme trok een nieuw gebouw op - blok 9 langs de spoorweg - met moderne specialisatielokalen als fysica-scheikunde. In 1962 verhuisde de opleiding naar dit gloednieuwe gebouw.
Beroepsopleiding
In 1970 wordt de normaalschool een beroepsopleiding van twee jaar postsecundair/hoger onderwijs en verhuist ze opnieuw, dit keer naar het gebouw van het regentaat dat voortaan de naam RENO kreeg, een combinatie van REgentaat en NOrmaalschool. Net zoals in de periode 1838-1914 ligt de klemtoon sinds 1970 weer meer op de geïntegreerde beroepsopleiding, met veel uren voor de pedagogisch-didactische vorming en voor de lespraktijk. Voor het eerst werden ook studenten met tso-diploma toegelaten. Bij de start van de postsecundaire opleiding waren er veel minder studenten dan in de jaren 1960, mede als gevolg van de verlenging van de opleiding en van de vervrouwelijking van het beroep. Minister Daniël Coens bracht in 1984 de opleidingsduur op drie jaar en schafte de oefenscholen af, als besparingsmaatregelen. De verlenging van de opleiding tot drie jaar en de afradingscampagne van minister Coens leidden overal tot een afname van het aantal kandidaten. Door het gelijktijdig gemengd worden van de Torhoutse jongensnormaalschool, steeg echter het aantal eerstejaars in Torhout tot bijna 100. Door het KB van 29 juni 1983 moest ook de normaalschool openstaan voor beide geslachten. De intrede van een grote groep meisjesstudenten vanaf 1984 was een zegen voor Torhout. De vervrouwelijking van het beroep was toen al ver gevorderd en momenteel rekruteert de normaalschool nog 20 à 30% mannelijke kandidaten.
In 1995 werd RENO-Torhout als gevolg van het Hogescholendecreet een departement van de multisectorale Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, de KATHO. Omwille van strategische en pragmatische redenen besloot het centraal gelegen Torhout aan te sluiten bij de KATHO. Sindsdien volgden zeventien jaar van permanente hervormingen en nieuwe decreten voor de lerarenopleiding en voor het hoger onderwijs. Dit alles leidde in de periode 1994-2009 tot elf nieuwe decreten voor de lerarenopleidingen, tot voortdurende hervormingen, tot een permanent omwentelingsbeleid. In 2013 werden KATHO en KHBO samen de huidige VIVES hogeschool.
Boek over de geschiedenis van Reno-Katho-VIVES Torhout
Ter gelegenheid van het 175-jarig jubileum verscheen het Jubileumboek 175 jaar Normaalschool Torhout, 192 rijk gestoffeerde A4-pagina’s, aangevuld met een unieke cd-rom. Het boek en de bijgevoegde cd-rom kunnen nog verkregen worden aan het onthaal van VIVES in de Sint-Jozefsstraat. Het kostte in 2013 20 euro.