Onder de noemer ‘jeugd van tegenwoordig’ laat Torhoutvandaag vanaf nu om de veertien dagen een jonge kerel of meid aan het woord over zijn of haar leven en hobby’s. Friese Landuyt is de auteur. Pieter Ocket (19) volgde aan het VTI in Torhout mechanische vormgevingstechnieken en maakte de bewuste keuze om niet verder te studeren. Sindsdien onderhoudt en legt hij tuinen aan. Hij woont in de wijk Driekoningen waar hij lid is van de plaatselijke jeugdbeweging. Daarnaast draait hij geregeld muziek op feesten en fuiven.
“Torhout heeft veel jonge dj’s. Pocketz is er een van. Vanwaar is dat gegroeid?”
“Mijn buur draait ook en werd op een gegeven moment gevraagd om in het jeugdhuis te spelen. Alleen zag hij dat echter niet zitten en daarom vroeg hij aan mij om te assisteren. Dat was echt leuk. Daarna deden we dat nog een keer, maar omdat onze muziekkeuzes ver uit elkaar liggen, spelen we sindsdien niet meer samen. Van toen af vragen ze enkel nog aan mij om te spelen. Ik draai vooral in het jeugdhuis, maar ook op privéfeestjes. Deze zomer speelde ik op Kings of Musik, een openluchtfuif van de KSA Driekoningen.”
“Hoe bepaal je de muziek?”
Pieter Ocket: “Het is te zien op welk moment van de avond ik draai. Mocht ik naar een feestje gaan en ik wil op een bepaald uur een zekere muziekstijl horen, zal ik die zelf ook draaien. In het begin van een avond draai ik bijvoorbeeld meer hedendaagse muziek die zorgt voor wat pit, maar toch leuk is om naar te luisteren. Je moet dus rekening houden met je publiek. Verder is niet elke plek hetzelfde. Een jeugdhuis is iets anders dan een fuif.”
“Met welk gevoel verlaat je de draaitafel?”
Pieter Ocket: “Het is te zien hoe de set was. Als het slecht ging, besef ik dat al snel. Maar als het een goede avond was, heb ik me echt geamuseerd. Ik ben geen professional, maar ik voel wel dat ik beter word. In juni speelde ik op de Busbar van de jeugdraad in het Groenhove bos. Opeens kwam er een dj naar me die ik niet kende. Hij zei dat ik zeer goed speelde. Dat is echt leuk om te horen!”
“Heb je stress vooraleer je begint?”
“Bij Kings of Musik had ik enorm veel stress. Ik stond vlak voor de hoofdact dus het was mijn verantwoordelijkheid om het publiek op te warmen. Maar een keer begonnen, is de stress weg.”
“Ik hoor je vaak spreken over Kings of Musik. Dat is een initiatief van KSA Driekoningen. Samen met je twee broers ben je er leiding. Hoe is dat gekomen?”
“Mijn moeder zond mijn oudste broer naar de jeugdbeweging. Daarna kwam mijn tweede broer erbij en ik ten slotte ook sinds mijn eerste middelbaar. Het is dus een keuze van mijn mama, maar ik ben haar dankbaar. Ik zou echt niet weten wat ik zou doen zonder de KSA."
“Wat is er zo leuk aan een jeugdbeweging?”
“Er komt heel veel bij kijken zoals activiteiten organiseren. Maar het voornaamste is de vriendschap. We zijn een bende maten en dat is super!”
Onlangs was het ook jullie kamp. Wat is het leukste aan een kamp?”
“Van tevoren kruipt er veel werk in. Activiteiten organiseren, decors bouwen ... Op het kamp wordt dat dan eindelijk gebruikt. Dat is chic! Een terugkerende bezigheid is het stadspel. Dit jaar moesten de jongeren op zoek naar eten en daarmee een menu maken. Gelukkig was er die dag markt. Ze kregen een heleboel gratis voedsel.”
“En wat met het kampvuur?”
“Dat is het mooiste moment van het jaar, want dan komt de nieuwe leiding erbij waar we al die jaren zelf leiding van waren. Op dat moment beseffen we dat er opnieuw een geslaagd jaar is afgerond.”
“Het kampvuur brengt dus een nieuwe leiding met zich mee. Hoe gaat dat in zijn werk?”
“Op de dag van het kampvuur maken zij met hout en karton een constructie. Daarna zonderen ze zich even af. Met zelfgemaakte fakkels steken zij vervolgens vuur aan. Vanaf dan zijn ze officieel leiding. Er zijn nu zeven leiders bijgekomen. Toen ik leiding werd, zaten er vijftien jongeren in mijn jaar waarvan er slechts drie leider werden. De ene keer is het een grote bende en de andere keer komen er geen bij. Drie jaar geleden was dat laatste het geval. Toen mochten de koks het kampvuur aansteken. Zeven nieuwkomers is behoorlijk veel en daar ben ik blij om.”