Kinder- en jeugdboekenschrijver Frank Geleyn stelde eind oktober zijn tiende boek ‘Loebas, een beer van een hond’ voor. Dat gebeurde met grote belangstelling in de Standaard Boekhandel in Torhout. De schrijfmicrobe kreeg hij te pakken toen hij in de middelbare school zat. En sinds toen is het niet meer weggeweest…
Waarom moeten kinderen jouw nieuwste boek lezen?
‘Het is een heel leuk verhaal. Het gaat over een kleine jongen die geconfronteerd wordt met een gigantische hond. Op het einde krijgt het verhaal een speciale wending. Het bouwt zich langzaam op tot er een ware climax ontstaat. De tekeningen zijn trouwens schitterend, precies hoe ik het me had voorgesteld.’
Een boek publiceren, hoe gaat dat precies in zijn werk?
‘Het schrijven zelf neemt natuurlijk het meeste tijd in beslag. Wanneer ik denk dat de teksten goed genoeg zijn, stuur ik ze door naar de uitgeverij. De illustraties doe ik niet zelf. Dat is ook het terrein van de uitgeverij. Zij hebben een gans netwerk en zoeken naar een illustrator.’
Waar haal je telkens opnieuw de inspiratie?
‘Bij mijn nieuwste boek was dat heel toevallig. Mijn buurman kocht een nieuwe hond en ik weet nog dat we die nacht geen oog hadden dichtgedaan omdat die constant zat te blaffen en te grommen. Ik kan me voorstellen dat dat voor kinderen heel angstaanjagend kan zijn en zo is het idee eigenlijk ontstaan. Voor mijn jeugdboeken haal ik mijn inspiratie meestal uit schoolsituaties. Voor een kinderboek is dat meestal gebaseerd op iets dat gewoon in me opkomt. Dat is meestal onder de douche (lacht).’
Wat is de belangrijkste vaardigheid bij het schrijven van een kinderboek?
‘Je moet gewoon echt in die rol kruipen. Je moet de wereld door de ogen van een kind zien. Dat vind ik ook heel leuk want je treedt uit de beperking van jezelf en je wordt opnieuw zelf een kind.’
Je bent ook leerkracht Frans. Wat doe je het liefste, lesgeven of schrijven?
‘Dat vind ik heel moeilijk. Je kan uiteraard als schrijver niet leven van je pen. Ik zou ze beide niet kunnen missen, denk ik. Het is een goede afwisseling. In de vakanties en in het weekend ben ik altijd bezig aan het schrijven dus het is een perfecte combinatie.’
Jouw boeken hebben ook belangstelling in het buitenland.
‘Klopt. Een paar boeken waaronder ‘Vlam, de draak’ zijn vertaald in het Koreaans en zijn ook uitgebracht in Korea. Het is best wel een eer dat mijn boeken buitenlandse belangstelling krijgen. Dat komt vooral doordat mijn uitgeverij vaak op internationale beurzen staat.’
Wordt het niet stilaan een uitdaging om een boek uit te brengen? Vooral in tijden van opkomende technologie, iPads en E-readers?
‘Bij kinderboeken merk ik totaal geen verschil. Het is natuurlijk wel zo dat kinderen opgroeien met een tablet in de hand, maar een digitaal kinderboek is nog niet aan de orde. Uitgeverijen zijn er ook niet echt fan van omdat het te duur zou zijn. Bij de jeugd en bij jongvolwassenen zie ik wel die trend. Op den duur zal het traditionele boek waarschijnlijk wel vervangen worden. Dat vind ik trouwens wel jammer want een boek blijft voor mij zijn charme behouden.’
Zijn er al plannen voor een nieuw boek?
‘Absoluut! Volgend jaar breng ik normaal een nieuw boek uit over een kind die verliefd wordt op zijn juf. Het klinkt een beetje absurd, maar dat bestaat wel. Zo zie je maar dat al mijn boeken eigenlijk uit het leven gegrepen zijn.’