In het holst van de zomer
botsen de elvisauto’s
en vlokken lila suikerspinnen.
In de slotgracht naast de schietkraam
dobberen knalgele eendjes op de vlucht
voor schietgrage hengelaars.
Voor de heropening der scholen
eten we eerst nog honderd oliebollen
en zwieren we zevenmaal door het zwerk.
Het draait, het wiekt, het wentelt, het zwaait.
Hoor ook het schrapen van de nieuwe bezems
van de heksen van de herfst.
Welja, de dagen worden korter.
De portemonnee vertoont een snee.
Maar ’t was gezellig in ’t stee.