6 van de 13 stagiairs trokken naar het zuiden, de Tarn. Wie herken je op foto? Zie wedstrijd hieronder!
Voor veel leerlingen was de buitenlandse stage de eerste keer dat zij een langere periode alleen in het buitenland verbleven. Het is een stuk van hun opleiding dat bijblijft, misschien wel dé ervaring van hun schooltijd waar ze meest aan terugdenken. Een buitenlandse stage geeft je een andere kijk op de wereld. De jongeren leren zelfstandig reizen en hun plan trekken. Ze maken kennis met de landbouw, de tuinbouw, groenvoorziening, paardrijden en de wetgeving in een ander land. Ze proeven van de cultuur, leef-en eetgewoonten van het gastland. Een buitenlandse stage is voor iedereen een mooie kans om een vreemde taal vlot te leren spreken.
Begeleider David Verstraete met een paar stagiairs voor de tent op de camping…
Er vertrokken 13 leerlingen voor een blokstage van 3 weken naar de zuiderburen. Meer dan ooit waren ze in de vier windrichtingen over Frankrijk verspreid: in het westen in het departement van de Eure [Normandië], in het noorden in de departementen Nord, Pas-de-Calais, Oise, in het oosten in de departementen Moezel en Haute Marne, en ten slotte voor het eerst ook in het zuiden, in het departement Tarn. De snelweg A20 Vierzon – Montauban was toen nog niet volledig afgewerkt. Daarom werd ’s nachts gereden, voor een deel nog langs les routes nationales.
De zes studenten die naar de Tarn trokken zagen de verschillen met de Vlaamse landbouw goed. De meeste bedrijven hadden er een kleine rundveestapel (<50 melkkoeien) en tamelijk veel land (>100 ha). Varkens zijn er bijna niet. Veel landbouwers houden wat vleeskippen, parelhoenders, eenden of konijnen voor de lokale markt en particuliere verkoop. Wekelijks wordt er geslacht, en aan huis of op de markt geleverd. Anderen maken zowel kaas, yoghurt en zelfs bereide eend, “canard confit”, diverse patés, foie gras… et De De voornaamste teelten waren er toen maïs, sorghum, zonnebloemen, gras, graan, koolzaad, bonen en paardenbonen, luzerne, wijnbouw, en look. Anno 2020 staat er al veel soya en zijn veel melkveebedrijven gestopt. Omdat de zomers er droog en heet zijn, staat alles in het teken van irrigatie. Er werd heel veel water uit de rivieren gepompt. Ook grondwater wordt opgepompt om te irrigeren. Er waren toen zelfs nog subsidies voor irrigatie. Op de percelen waar kan geïrrigeerd worden staat vooral maïs, op de andere sorghum. Ook de organisatie van vele bedrijven in vennootschappen als GAEC’s en machinekringen trok de aandacht van de leerlingen. Naast technische zaken viel bij de landbouwers hun zin voor cultuur op. Ze zijn trots op de historische gebouwen zoals pigeonniers op hun bedrijf. Eén stagiair zat op een een landbouwbedrijf waar de bedevaarders op weg naar Sint-Jacob van Compostella een maaltijd en een bed-voor-één-nacht mogen vragen. Een andere stagiair zat bij een melkveehouder die als bijverdienste beiaardier is van de stad Albi.
PROSPECTIE ENGELAND
Na de stage gingen enkele leerlingen met hun leraar landbouwbedrijven in Engeland prospecteren. Vanaf 2005 gingen de eerste stagiairs buiten Frankrijk en Canada, en werd op school in de wintermaanden een cursus technisch Frans en technisch Engels gegeven.
Leerlingen bestuderen in de jeugdherberg de route voor ’s anderendaags op zoek naar Engelse landbouwbedrijven. Een GPS hadden ze nog niet. Wie herken je op foto? Zie wedstrijd hieronder.
Wie mensen herkent op een van de foto’s waarbij een vraag staat, stuurt een e-mail naar patrickdemarest@scarlet.be met als onderwerp 20 jaar buitenlandse stages en in de body de naam van wie je kent, welke foto en de positie waar die persoon staat. Zet er ook je contactgegevens bij. Door lottrekking wordt een winnaar getrokken die een waardebon van 30 euro wint, geldig in de serres van het VLTI.