“Chocoladedruppels van Callebaut worden in de smeltbak gedaan zodat ze vloeibaar worden”, zegt Jelle Descamps. “Het belangrijkste is dat we de chocolade op punt zetten. Dit gebeurt door het spelen met de combinatie van temperatuur en beweging in de chocolade. Enkel met chocolade die 'op punt staat' kunnen we aan de slag. Daarmee worden de licht voorverwarmde Sint-vormen gevuld. Die volle vormen worden op een trilrooster gehouden zodat de luchtbellen er zo veel mogelijk uit kunnen opstijgen. Luchtbellen geven immers gaatjes in de chocolade. Als dat gedaan is, wordt de vorm omgekeerd en loopt de overtollige chocolade uit de vorm. Door zijn specifieke eigenschappen blijft de chocolade aan de wand van de vorm kleven waardoor dus een holle figuur, een holle Sinterklaas, ontstaat. Vervolgens worden zijn voeten gelijkmatig afgeschraapt. Indien de chocolade niet overal even dik bleef kleven of er zelfs gaten zijn dan wordt de vorm voor een tweede maal gevuld en herhaalt het proces zich. Als de Sint ok is dan verdwijnt hij in de frigo om uit te kristalliseren bij een temperatuur van 4 graden. Na tien-vijftien minuten (afhankelijk van het model en het formaat) mag hij eruit, wordt de vorm open gedaan en is de chocoladefiguur klaar voor de verkoop in de winkel. Werkt men met verschillende kleuren dan moet men per kleur dit proces herhalen. Van hieruit vertrekt de Sint dan naar onze andere winkels, bakkerijen of wordt hij aangekocht door bedrijven om als geschenk te geven aan al wie braaf geweest is.”
[wppa type="slide" album="306"][/wppa] (c) Apriotief bvba